De andere bekende weldoenster,Maria Hermens Courage(1683-1773), erfde na de dood van haar moeder in 1739 een groot familiebezit. Ze bleef ongehuwd en bedeelde haar huishoudster Catharina (Kaatje) Smits, die vanaf 1740 bij haar in woonde in de Beekstraat, met veel goederen en inkomsten. Maria had bepaald dat Kaatje tot haar dood in het pand Beekstraat 33 mocht blijven wonen. Toen zij in 1773 overleed kwam de hele erfenis beschikbaar voor de armsten in Elburg. Maria had namelijk ook bepaald dat het jaarlijkse overschot van de boedel voor twee-derde moest worden gebruikt voor hulp aan de behoeftigen. De voorwaarden luidden samengevat: de behoeftige moest in de stad wonen, moest lid zijn van de Hervormde Kerk en mocht geen steun ontvangen van de diaconie. De aangestelde provisoren hebben later wijzigingen vastgesteld, zoals leeftijdsgrenzen. In 1921 besloten de provisoren dat er een gedenkteken voor de stichteres van het fonds moest komen, ook omdat er in de vooraf-gaande jaren extra inkomsten waren geweest. Men achtte de St. Nicolaaskerk de aangewezen plaats voor een gedenksteen. Heden ten dage is het Maria Hermens Courage Fonds nog steeds actief.
Gedenksteen voor Maria Hermens Courage, rechts van de preekstoel
Het gedenkteken voor Maria Hermens Courage(3B), stelt een voorname vrouw voor, die een weldaad bewijst aan een arme. Engelenkopjes kijken van omhoog toe. Het opschrift luidt: “Doet wel ende siet niet om.” Ook nu nog worden jaarlijks uitkeringen gedaan aan Elburgers uit de gehele gemeente, die het niet breed hebben. Daartoe wordt in de maand oktober een oproep geplaatst in de Huis-aan-Huiscou-rant. Dit kon en kan altijd nog betaald worden uit het hiervoor genoemde opgebouwde vermogen, bestaande uit landerijen en onroerend goed, dat door aankopen en restauratie van monumentale panden nog aanzienlijk is uitgebreid. De groei van het vermogen wordt verder verzekerd door de bepaling in het testament dat een derde moest worden toegevoegd aan het kapitaal. Hierdoor was verzekerd, dat het vermogen in stand bleef, waardoor het fonds nog steeds kan werken op de wijze, zoals Maria H. Courage dat 250 jaar geleden heeft bepaald.